vrijdag 26 oktober 2012

Gekkenwerk

"Don't you worry 'bout a thing, cause every little thing gonna be all right"

Bob Marley (Three little birds)


Of het nu windkracht vier is of windkracht vijf, ik weet het niet. Het is tegen, dat weet ik zeker. Wat ik ook zeker weet is dat het zaterdag is, dat ik al ruim een uur op de fiets zit (met tegenwind) en dat het veel kouder is dan de zeventien graden die door de KNMI voorspeld was. Achteraf bezien is het een beetje dom dat ik in een korte broek en met blote armen op de fiets zit. Maar ja, achteraf is mooi wonen. Zeker hier tussen Middelstum en Fraamklap.

Het is de bedoeling dat ik twee uur op de fiets zit vandaag. Een rustig ritje op een lage hartslag als stilte voor de storm voor de loodzware looptraining van morgen. Dan staat een intervaltraining van 150 minuten op het programma. Het is de laatste lange loop voor de Berenloop, die over twee weken plaatsvindt, oftewel de marathon van Terschelling. Gelukkig denk ik niet al te vaak aan die brute training van morgen die ook nog eens gepland is voor half acht 's ochtends. Of eigenlijk wil ik er niet aan denken, want het is en blijft gekkenwerk zo'n training van dertig kilometer.

Geen zorgen om de dag van morgen, zeg ik tegen mezelf en om het een beetje leuk te houden zing ik "Three little birds" van Bob Marley. Een wandelaar kijkt me een beetje meewarig aan. Het wordt helaas niet warmer met Bob in mijn hoofd, maar dat geeft niet. Zo lang het maar niet gaat regenen. En als het wel gaat regenen, dan schrijf ik niet in mijn logboek dat dit een suf duurritje was, maar een heroïsche martelgang door het Groninger land. Ook goed.

Als ik tijdens een training als deze alleen op de fiets zit, denk ik aan de gekste dingen. Zo dacht ik net dat ik op een training als deze aan de gekste dingen denk. En nu denk ik het alweer. En dat komt vaker voor. Ik bedoel: dat ik steeds aan dezelfde dingen denk. Steeds terugkerende beelden waar ik vandaag nu al een paar keer aan gedacht heb, zijn scènes die gisteren plaatsvonden in de Nederlandsche Bank tijdens de Nederlandse Economendag.

Zo heb ik gisteren bijvoorbeeld zitten te kijken naar een hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam en de hoofdeconoom van de Rabobank die twee compleet tegenovergestelde verhalen vertelden bij dezelfde grafiek en als gevolg daarvan in een soort van "cat fight" belandden. Volgens de één zijn de hypotheekrentes tegenwoordig te hoog en volgens de ander waren ze vroeger te laag. Het is maar hoe je er naar kijkt.

Ook ben ik getuige geweest van een presentatie in het Grieks. Dat wil zeggen: de econoom die het woord had, nam niet de moeite om Engels te praten, maar sprak alleen over alpha's, beta's en gamma's. Dat zeg ik: Gamma!

Ik denk gek genoeg het vaakst aan Klaas die op zijn horloge kijkt, of eigenlijk tien keer in drie minuten op zijn horloge kijkt. Klaas komt uit Onderdendam en is Centrale-Bank-President van beroep. Na zijn openingsspeech bleef hij nog even hangen toen het programma werd voortgezet met een debat over "de Crisis". Klaas zat op de eerste rij en luisterde aandachtig naar de vooraanstaande economen die zich aan een lange tafel geposteerd hadden. Coen, Wim, Lans, Bas en Laura. Ze hadden allemaal een mening over de crisis. Klaas genoot ervan, maar keek continue op zijn horloge. Al na tien minuten verliet hij de zaal ook al was het debat niet eens halverwege. Het ging over Griekenland, de bankenunie en over Klaas en zijn collega bestuursleden van de ECB. Ze werden de brandweermannen van Europa genoemd. Ik stel me zo voor dat Klaas zo'n vergelijking best leuk had gevonden en dat hij wellicht vroeger brandweerman wilde worden. Topeconoom of brandweerman, er is eigenlijk geen verschil, al is de brandweerman geen slaaf van zijn agenda.

Als ik bij Fraamklap linksaf het Jaagpad neem langs het Boterdiep en richting het dorp van Klaas fiets, voel ik de eerste regendruppels op mijn been. Ook krijg ik kippenvel op mijn onderarm. Dan weet ik het zeker. Het is allemaal gekkenwerk.

donderdag 18 oktober 2012

Terugblik op de 4 mijl van Groningen

Afgelopen zondag stond de 4 mijl van Groningen op het programma. De 4 mijl is populair in (de) stad (en ommeland), want iedereen doet mee, heeft ooit meegedaan, of kent iemand die meedoet (of ooit heeft meegedaan). En daarom is er in Groningen twee maanden per jaar, zo tussen begin september en de tweede week van oktober, ineens veel interesse voor de hardloopsport. Natuurlijk kan ik, als triatleet met een voorliefde voor atletiek, dat alleen maar toejuichen!

De interesse voor "mijn" sport als gevolg van de 4 mijl is leuk, maar leidt soms tot ongemakkelijke situaties en vanuit mijn perspectief ietwat vreemde vragen en gesprekken. Zo werd mij ooit eens op een personeelsfeestje (vlak na de marathon van Berlijn) de volgende vraag gesteld: "3 uur 4 op de marathon, hum leuk, maar doe je volgende week ook mee met de 4mijl?" U kunt zich (wellicht) voorstellen dat ik dat op dat moment een beetje een gekke vraag vond.

Gek genoeg komen dit soort rare gesprekken rond de 4 mijl best wel vaak voor. Normaal gesproken vergeet ik ze weer snel, maar voor de verandering heb ik de "4 mijl oogst" van de afgelopen dagen eens opgeschreven:**

** voor de goede orde, alle gesprekken hebben echt plaatsgevonden, maar waren met verschillende mensen, die ik voor het gemak hier "collega's" heb genoemd.

3 uur voor de start van de wedstrijd
Collega A: Ik heb gehoord dat jij er 22 minuten over gaat doen.
Ik: "Wie heeft je dat verteld?"
Collega A: "Dat gonst hier door de wandelgangen."
Ik: "Oh ok, nou ik zal mijn best doen."

1 uur na de finish
Collega A: "En? 22 minuten?"
Ik: "Ja, en 45 seconden"
Collega A: "Echt?"
Ik: "Ja, ik zei toch dat ik mijn best zou doen."
Collega A: "mmm ik dacht dat het een grapje was vanochtend".


Onderweg naar de start
Collega B: "En dan zijn er van die gekken zoals Lance Armstrong die een triatlon gaan doen"
Ik: "Dat doe ik ook."
Collega B: "Ja maar ik bedoel de Ironman."
Ik: " ..." (Ik heb niet gereageerd. Overigens is de Ironman-deelname-stand: Eigenwijzerman: 1 Armstrong: 0, en gegeven de dopingzaak tegen hem is het waarschijnlijker dat het eerder 2-0 wordt dan 1-1.) 
  
Daags na de 4 mijl
Collega C: "Zo, heb jij meegedaan aan de 4 mijl!? Knap zeg!"
Ik: "eeuhm ja, bedankt."

Later die dag
Ik: "En hoe is het jou gisteren vergaan?"
Collega D: "31 minuten".
Ik: "Tevreden?"
Collega D: "Ik zat tien seconden boven mij PR, dus ik ben niet ontevreden"
Ik: "Ah dat is toevallig: ik zat ook tien seconden boven mijn PR"
Collega D: "En jij had?"
Ik: "22.45"
Collega D: "Zo zo, maar ja, ik ben ook maar een recreant"     
Ik: "Oh ja, is ook zo. Ik daarentegen..."


En dan nog dit:

Dat de gesprekken tussen mij en 4 mijl lopers vaak ietwat vreemd zijn, betekent overigens niet dat de gesprekken tussen mij en andere meer ervaren lopers rond de 4 mijl wel helemaal normaal zijn. Om hier een voorbeeld van te geven, nog een kort verslag van mijn contact met HJ voor, tijdens en na de 4 mijl.

Voor de wedstrijd
De avond voor de 4 mijl kwamen HJ en zijn betere helft bij ons roti eten. Aan het eind van de avond hadden we het kort over de wedstrijd van morgen. HJ voorspelde voor zijn betere helft een tijd tussen de 21.50 en 22.15 en wilde zelf zo rond de 23 minuten finishen. "Mooi, dan loop ik wel achter je aan, ik wil namelijk tussen de 22.30 en 23.30 lopen", was mijn reactie. Wat nu nog volgt is onze correspondentie na de finish: (Ps. HJ's betere helft liep ons eraf met een tijd van 22.08!)

Tijdens de wedstrijd
HJ (roze tenue) en ik (oranje tenue) Video: Link: Ik en HJ na 2 mijl

Na de wedstrijd (via What's app)
Ik : "Hey , bedankt voor het hazen! Zat 5 tellen achter je. Weet jij de bedrijvenloop uitslag?"
HJ: "Geen idee, maar wat is je naam?"
Ik: "de Roti kok"
HJ: "hahahaha, geen dank, ik heb nog aan je gedacht, waar zou Richard lopen? 5sec achter me dus. Ik ga vaker roti eten de dag van tevoren. Spreek je."
Ik: "Ik heb zelfs nog naast je gelopen!"
HJ: "eyes on the ball."

Later die avond (via Facebook)
Ik: "Maar jij kijkt dus niet naast je als je aan het lopen bent?"
HJ: "Nee, je moet vooruit."
Ik: "mooi is dat... ik heb ca. 6km half naast half achter je gelopen..bij de herebrug moest ik even passen...
HJ: "hahahaha"
Ik: "in de heerestraat kwam ik weer dichterbij"
HJ: "Ja, zal wel, daar ging ik redelijk op een hoop." " Ik heb serieus niks in de gaten gehad."
Ik: "tevreden met je tijd?"
HJ: "ik ben dik tevreden. Had niet het gevoel dat ik veel sneller zou zijn dan vorig jaar. Dus wel." "Maar, jij ook tevreden?"
Ik: "nou... ik ben wel wat te rap gestart, maar ik zei gisteren dat ik tussen de 22.30 en 23.30 wilde... dus dat is gelukt.."



vrijdag 5 oktober 2012

Zwemtraining in Heidelberg

"Ik ben blij man"

Churandi Martina


Hij wist het zelf eigenlijk ook niet zo goed waarom hij dit wilde. Het was half acht 's ochtends en hij lag met zijn snufferd in het zwembad. Een half uur eerder had hij nog in bed gelegen. Hij had bij het horen van de wekker zich afgevraagd waar hij was, maar was vrij snel tot de conclusie gekomen dat hij wakker was geworden in zijn hotelkamer in Heidelberg. Hij had zijn wekker uitgedaan, was uit bed gestapt en was naar de wc gegaan. Bij het doorspoelen van de wc had hij vluchtig in de spiegel gekeken om vervolgens te concluderen dat hij zich vandaag nog niet hoefde te scheren. Daarna had hij een stel schone kleren uit zijn koffer gevist, zich aangekleed en zich gehaast naar de ontbijtzaal om snel wat koolhydraten in het lichaam te krijgen. Na het wegwerken van twee bolletjes met zoet beleg en drie slokken te slappe koffie was hij opgestaan en de trap afgelopen richting de uitgang van het hotel om vervolgens naar het Darmstädterhof zwembad te gaan. Hij moest en zou twee kilometer zwemmen.

Het was niet druk in het zeven banen brede vijfentwintigmeterbad. Links van de jongen zwom een man die eruitzag als Luitenant Hans Gruber uit Allo Allo. De man was klaarblijkelijk een vaste klant, want hij onderhield zich met zowel de badmeester aan de ene kant van het bad, als met de dames die aan de andere kant van het bad stonden te wachten tot de aquajoggingles zou beginnen. Daarnaast zwommen twee zwangere vrouwen die er wonderwel in slaagden om gedurende lange periode synchroon hun schoolslagen te maken. Rechts van de jongen zwom een vrouw van middelbare leeftijd op haar rug. Volgens de jongen was het een verstokte hippie die eruitzag alsof ze een groot deel van haar leven op haar rug had gelegen en nu door al haar minnaars was verlaten. Ze hield stug haar hoofd boven water om haar verjaarde kapsel droog te houden, waardoor het leek of ze constant wilde controleren of er niet toevallig een andere badgast tussen haar benen was gedoken. Omdat ze enkel een beenslag maakte en haar handen continue op haar dijen hield, leek het alsof ze de houding had aangenomen waar ze nu al jaren vurig naar verlangde. De jongen vond zijn eigen interpretatie van het schouwspel bijzonder grappig.

De jongen zwom in de middelste baan die bedoeld was voor snelle zwemmers. De baan was voor de rest nog leeg dus hij kon volledig zijn eigen gang gaan. Hij had zich voorgenomen om een programma af te werken die evengoed door zijn clubtrainer bedacht had kunnen zijn. Hij had tijdens zijn ontbijt zijn programma op een papiertje gekrabbeld en had het de toepasselijke titel "Menno-training" gegeven: een warming up van twintig banen met daarin afwisselend banen borstcrawl en banen "eigen keus". Daarna tien keer honderd meter borstcrawl met telkens dertig seconden pauze gevolgd door drie keer vijfenzeventig meter sprint met een minuut pauze. Tot slot nog vier banen vlinderslag en een paar honderd meter uitzwemmen. Geconcentreerd en met militaire precisie werkte hij het programma af, hoewel hij wel elke keer aan Allo Allo scenes dacht als hij Luitenant Gruber passeerde.

Na ongeveer een uur verliet de jongen het bad. Hij realiseerde zich weer waarom hij de avond ervoor zijn wekker had gezet om op tijd naar het zwembad te kunnen gaan. Hij had genoten van het zwemmen. Trainen voor de triatlon was in de afgelopen jaren zijn passie geworden. Het maakte hem blij. Met nog een volledige werkdag aan de Universiteit van Heidelberg voor de boeg was zijn dag nu al geslaagd. Hij dacht aan de woorden van Churandi Martina tijdens de afgelopen Olympische Spelen. Hij was blij man. Beter kon hij het niet verwoorden.