maandag 11 november 2013

Passie

Hé, er is geen bal op de tv
Alleen een film met Doris Day
En wat dacht je van net twee
Eine Wiener Operette
Nee!

Doe Maar (Doris Day)


Er was niets op de televisie. Hij kon zappen wat hij wilde, maar volharding zou niet leiden tot betere programma’s. Dat wist hij ook wel, maar tegen beter weten in bleef hij toch maar zappen. Soms bleef hij even hangen bij een programma. Dan hoorde hij kok Rudolph van 24 Kitchen zeggen dat hij het zo heerlijk vond om gepassioneerd zijn gekonfijte worteltjes te verwennen. Of dan zei een meisje bij Holland’s got Talent: “Ooh hoelahoepen is echt mijn passie.” Daarna keek hij een minuut lang naar een waardeloze auditie om vervolgens weer verder te zappen.

Vaak negeerde hij alle onzin die voorbij kwam. Maar elke keer als hij het woord passie hoorde dan zuchtte hij even. Wat was er mis met het hebben van een hobby? Waarom moesten mensen hun favoriete vrijetijdsbesteding duiden met een term die hartstocht, drift, of het lijden van Jezus Christus betekent? Toen ook in het zoveelste voetbalprogramma de passie gepreekt werd, zette hij de televisie uit. Ze konden hem wat.

Hij had er vaak van gebaald dat er nooit triatlon op tv was, maar nu zag hij dit als een zegen. Dan kunnen ze in ieder geval het woord passie niet in de mond nemen, dacht hij. Hij moest er smakelijk om lachen, want hij wist dat ze bestonden: gepassioneerde triatleten. Hij had het namelijk wel eens in een triatlonblaadje gelezen. Ook op Twitter zag hij wel eens uitlatingen voorbij komen. Hij probeerde zich voor te stellen wat dat nu is: triatlonpassie.

Hoe driftig zou je op een dinsdagochtend een before-breakfast-run kunnen doen? Of hoe hartstochtelijk is het als een clubgenoot je op de voeten tikt tijdens een piramide-oefening op de zwemtraining? Hij kon veel passende woorden bedenken die de lading konden dekken, maar passie hoorde daar niet bij.

Als het ging om lijden, was dat een ander verhaal. Honderdtachtig kilometer op je fiets in de tijdrithouding is absoluut lijden. Dat wist hij maar al te goed. Om over de daaropvolgende marathon maar te zwijgen. Maar om dan een metafoor als de passie te gebruiken? Dat vond hij toch wel een beetje overdreven.

Nee, in de jaren dat hij nu aan triatlon deed, had hij zichzelf nooit op passie betrapt. Hij had zonder twijfel veel plezier tijdens de trainingen en hij genoot van de wedstrijden. Maar passie had hij nooit gevoeld. Dat was volgens hem meer iets voor in de slaapkamer of het tijdschriftenschap in de supermarkt.


Verveeld zette de jongen de televisie weer aan. Er was nog steeds geen bal op. Ook geen triatlon. Dat vond hij ontzettend jammer.