zondag 15 december 2013

Vroeger

Vroeger was alles beter.
Gelukkig hebben we in de toekomst steeds meer vroeger.

Midas Dekkers


Ik denk dat elke club er eentje heeft. Een veteraan die het allemaal al gezien heeft. Die niet meer hoeft te trainen, maar als hij er is nog verdomde hard gaat. Je ziet hem niet heel vaak, maar zo nu en dan duikt hij weer eens op. Bijvoorbeeld bij een clubkampioenschap. Of bij een fietstraining als de zon schijnt. Bij voorkeur fietst hij dan in het laatste wiel om aldaar zijn sportieve nalatenschap te delen met een ieder die naast hem rijdt. Een rijdende erfenis van sterke verhalen. Verhalen over vroeger.

Wij hebben er ook eentje bij de vereniging. Laat ik hem voor het gemak Harry noemen. Harry is de mastodont der mastodonten. Een archetype waar karakters als Eddy Planckaert en René van der Gijp op gebaseerd zijn. Harry zit vol met scherpe nuchtere analyses en sterke verhalen. Hij is de ideale reisgenoot om het eerste uur van de training mee door te komen. Ik fiets op de zaterdagochtend graag naast Harry.

Zoals het (een) Harry betaamt, klaagt hij steevast aan het begin van de training. “Is dit dertig per uur?” “Mmm, er zal wel iets mis zijn met mijn kilometerteller.” Dit houdt hij drie minuten vol en dan maakt het gegrom plaats voor de analyse. Bijvoorbeeld over een dure fiets waar onze voorganger in het peloton op rijdt. “Ow, dat is dus een P-5.” “Zie je, er staat P-5 op.” “Mooi zwart fietsje.”

Na de analyse gaat Harry echt los. Onzichtbaar verandert zijn zadel in een praatstoel en opent hij een blikje “Vroeger”. “Vroeger deden we een tien-kilometer-loop volle bak direct na de schaatstraining. En dan eindigden we met sprintjes heuvelop om nog even flink te verzuren. Dan was je zo misselijk dat je geen eten meer lustte. Dan kon je direct de kroeg in.” Of, “vroeger reden we zevenenveertig met wind tegen op de Afsluitdijk. En je moest wel in de waaier blijven zitten. Want als je even aan je kont krabde, waaierde je er af en was je met de Kerst nog niet thuis.”

Als Harry op dreef is, komt er geen einde aan zijn openbare redevoering. Het blikje “Vroeger” verandert dan in een fust. Om hem een beetje af te remmen, plaag ik hem wel eens en zeg ik: “Vroeger hadden jullie geen tijdwaarnemingssystemen.” “Dan keken jullie gewoon naar de stand van de zon om te weten wat je finishtijd was.” Maar dat brengt Harry niet van de wijs. Harry’s vroeger heeft namelijk echt bestaan, zo leerde ik na een Google-zoekopdracht en van enkele betrouwbare bronnen.

Vorige week fietste ik weer achterin het peloton. Het was miezerig en dus was Harry er niet. Naast mij fietste een jongen die afgelopen zomer lid is geworden van onze vereniging. Hij vroeg mij of ik wel eens een halve marathon had gelopen en hoe toegewijd je moet zijn in de voorbereiding.

Ik antwoordde: “Vroeger, …”