dinsdag 11 november 2014

Droom

Dreams to survive
Dreams make a wish come true, oooh
Keep your dreams alive
Dream... dream on
Your dream will come alive

2 Brothers on the 4th floor (Dreams)

Hij was hier vaker geweest. Dat wist hij zeker. Hij herkende de spullen. Een gele fietspomp voor een tube met een Frans ventiel lag naast een stel lichtgewicht bandenlichters. Daarboven zweefde een binnenband voor een wiel met een hoge velg. De ruimte waarin hij stond rook naar gebruikte poetsdoeken en kettingolie. Hij werd er een beetje melancholisch van omdat hij zeker wist dat hij ruim een jaar geen racefiets had schoongemaakt. Toen hij zich omdraaide, schrok hij.  De versnellingshendels van een tijdritfiets prikten in zijn buik. Hij bekeek de fiets die er zonet nog niet stond. Er hing een startnummerband aan het stuur met zijn naam erop. De fiets was wedstrijdklaar, want zijn geltasje was op het frame gemonteerd en zijn fietsschoenen zaten vastgeklikt in de pedalen. Op de zadelpen plakte een sticker met het startnummer van zijn laatste wedstrijd. Het begon hem te dagen dat deze ruimte zijn eigen schuur moest zijn. De andere fietsen staan vast buiten dacht hij.

Hij schoof de tijdritfiets opzij en deed een kleine stap voorwaarts. In plaats van de schuurdeur, trof hij een chaise longue. Hij was in een andere ruimte dan zoeven en dit leek op zijn woonkamer. Er lag een bebaarde man, gekleed in doktersjas, op de chaise longue. De man, die zich voorstelde als De Anesthesist, bekeek Youtube-clips over triathlon op een IPad. De jongen keek over de schouder van de man mee en meende het filmpje over Scott Goodfellow te herkennen. De anesthesist draaide zich om, keek hem diep in de ogen aan en playbackte mee met de monoloog van de triatleet die op het beeldscherm was verschenen: "Ironman is a swim, a bike and a run, it's what I do everyday of my life". De anesthesist begon te lachen toen daarna een knappe dame op het beeldscherm verscheen en zei: "It is sort of like a drug, Ironman is the drug". De anesthesist fluisterde: "Jij wilt je drugs hè?”. Toen begon hij nog harder te lachen.

Terwijl de zin over de verslavende werking van Ironman zich herhaalde en herhaalde, begon het gele Post-its te regenen waarop trainingsschema's geschreven waren. De Post-its vielen op zijn hoofd en elke keer als hij er eentje probeerde te verwijderen trok hij een badmuts van zijn hoofd. Hij werd er zenuwachtig van en begon te zweten. "Misschien moet je je wetsuit uitdoen als je in huis loopt", zei zijn vriendin die klaarblijkelijk ook in de kamer aanwezig was. "Zo ga je nooit onder de drie uur op de marathon", voegde ze er aan toe. Hij schrok wakker.

De jongen opende zijn ogen en realiseerde zich dat hij op de bank in slaap was gevallen. Hij zag een brief van het ziekenhuis op de eettafel liggen met de instructies voor zijn aanstaande knieoperatie. Hij moest aan de werkelijke woorden van de anesthesist denken tijdens het intakegesprek eerder die week. "Denk aan iets moois, en je zult tijdens de narcose er over dromen." De jongen dacht aan iets moois, pakte een balpen en schreef op een Post-it: "Ironman 2015/2016?". De Post-it plakte hij op de brief van het ziekenhuis. Daarna kraste hij het vraagteken weg en verving het door een uitroepteken. 

Hij had zich goed voorbereid.


zaterdag 14 juni 2014

Het experiment

Just eat it, just eat it,
Get yourself an egg and beat it
Have a banana, have a whole bunch
It doesn't matter what you had for lunch

Weird Al Jankovic (Eat it)


Het is ongeveer een maand geleden dat ik een doosje sportvoeding in de kledingkast vond. Een doosje met gelletjes van het merk dat letterlijk vertaald "wetenschap in sport" heet. Je weet wel, dat merk dat, wanneer je het fonetisch uitspreekt, doet denken aan een leeglopende tube. Er zaten zeker nog dertig gelletjes in en alle smaken waren ongeveer evenredig vertegenwoordigd. Voor zover je van smaak kunt spreken.

Om heel eerlijk te zijn, was ik me er allang niet meer van bewust dat dit overlevingspakket voor de langere duurrit nog bestond. Het laagje stof op de doos leek mijn onwetendheid te bevestigen. En toen ik bij inspectie ook nog eens een medaille van een hardloopwedstrijd uit 2010 en een uitgedroogde proefverpakking massage-olie vond, wist ik het zeker. Ik had een doosje antiek gevonden.

Antiek gooi je niet weg dacht ik. Dus de medaille verdween ogenblikkelijk in een schoenendoos. Echter, uitgedroogde massage-olie had geen enkele emotionele of monetaire waarde. En daarom gooide ik de verpakking dan ook gedecideerd op de grond om het na mijn archeologische avontuur in de afvalbak te kunnen gooien. In een reflex wilde ik hetzelfde doen met de sportvoeding, maar toen werd de triatleet in mij wakker.

Ik dacht, een beetje triatleet is altijd wel in voor een experiment. Of het nou om revolutionaire badpakken bij het zwemmen gaat, om ovaalvormige kettingbladen op de fiets, of strakzittende sokken bij het hardlopen; een triatleet is bereid om alles te proberen als het eventueel een seconde tijdwinst kan opleveren in een wedstrijd. En dus, bij wijze van experiment, besloot ik de gelletjes op te eten.

Natuurlijk at ik de gelletjes niet tegelijk op. Dat zou wel heel debiel zijn. Nee, ik veranderde in een aspirant laborant en sorteerde de verpakkingen netjes op houdbaarheidsdatum. Helemaal links op onze boxspring lagen de gelletjes van "Dec 2013" en helemaal rechts lagen, als ware het echte collector items, de gelletjes waarop stond "Oct. 2009".

Heel even dacht ik aan de mogelijkheid dat oude gel evenals oude whisky beter wordt naarmate het ouder wordt. Zou mijn antieke gel de Panoramix-achtige toverdrank zijn waar ik al die jaren zo naarstig naar op zoek ben geweest om de wel getalenteerde triatleten te verslaan? "Anything is possible" is het motto van Ironman en daar wil ik graag in geloven. Dus als jullie mij binnenkort voorin bij een Eredivisiewedstrijd zien lopen, dan weet je waardoor het komt ;-).

Terug naar de werkelijkheid. Om niet al te hoog van de toren te blazen, besloot ik om mijn experiment realistisch en praktisch te houden. Vanaf nu, dacht ik, neem ik elke fietstraining twee gelletjes mee en ik begin bij de meest recente houdbaarheidsdatum. Wat ik wilde weten is hoe lang je terug kunt in de tijd voordat je ziek, zwak, of misselijk wordt van gel dat (ruim) over datum is. Het klinkt wellicht een beetje muf, onsmakelijk of vies, maar in tijden van economische crisis en bezuinigingen, leek het me een relevante onderzoeksvraag.

Inmiddels heb ik een aantal trainingen erop zitten en ben ik bij "Apr. 2012". De gelletjes zijn nog altijd prima binnen te houden.


vrijdag 9 mei 2014

Overleven


Face to face, out in the heat
Hanging tough, staying hungry
They stack the odds 'til we take to the street
For the kill with the skill to survive

Survivor (Eye of the tiger)


Het was een paar minuten voor de start en daar stond hij dan. Hij was al maanden in training voor de hele en vandaag zou hij zichzelf testen. Een test tijdens de Eerste-divisie-wedstrijd in Oud Gastel. Een test op de incourante derde-afstand: 1,3km zwemmen, 60km fietsen en 14km lopen. Het was voor hem de ideale test om diep te gaan. Zo dacht hij.

Hij had zich voorgenomen om net zo hard te gaan als tijdens de Olympische afstand. In zijn geval zou dat betekenen om 37 kilometer in een uur te fietsen en 15 kilometer per uur te lopen. Daar had hij verder niet al te lang over nagedacht. Dat moest gewoon. En nu hij dat besefte, en ook nog eens zoveel sterke triatleten aan de start zag staan, was hij zo nerveus als een puber die voor het eerst met het mooiste meisje uit de klas flirtte. Hij moest namelijk eerst nog zwemmen.

Hij hield niet van het water waar hij zo in moest springen. Een kanaal, koud, smal en oneindig. Zoals de Schipbeek in Holten, maar nu met een keerpunt dat hij niet kon zien, omdat hij geen zwembril op sterkte bij zich had. Hij kreeg zelfmedelijden. Waarom wilde hij dit doen als hij vandaag ook gewoon in een verwarmd 25-meter bad had kunnen zwemmen? Gewoon, ontspannen met zijn vieren op een baan in plaats van tweehonderd sardientjes die allemaal zo snel mogelijk de eerste boei willen ronden.

Toen willekeurige gedachten over sardientjes en onzichtbare keerpunten zich opstapelden, kreeg hij visioenen over zomerse oorden, waar mensen slechts het water indoken als het te heet op de strandstoel werd. Een Fata Morgana maar dan andersom. Als een roepende in de woestijn was hij niet op zoek naar vocht. Hij wilde er juist van af. Hij schrok toen het complete deelnemersveld van de steiger dook en besloot om zijn wetsuit vol te plassen. De angst droop langs zijn benen en dat luchtte op. Een beetje.

Samen met een jongen die geen wetsuit had, dook hij als laatste het water in. Terwijl hij het zicht door zijn zwembril nog wat probeerde te verbeteren, sprintte de wetsuitloze jongen naar de eerste rij van het startveld. Hij had duidelijk geen wetsuit nodig. Hijzelf zocht een plaatsje op de derde rij, waar hij hoorde. Tussen de grote mannen die ook niet konden zwemmen. Heerlijk, een plaatsje in de wasmachine, dacht hij. Hij verlangde nu al naar zijn fiets.

Het startschot klonk. Waarom had hij gedacht dat hij frank en vrij zichzelf kon testen tijdens een wedstrijd als deze? Het kabbelende beekje veranderde in een woeste zee. De anders zo kalme triatleten veranderden in bloeddorstige piranha’s. In een tijdsbestek van twintig seconden werd hij twee keer geschopt, een keer aan zijn schouder getrokken en hing zijn linker brilglas ter hoogte van zijn onderlip. Het kanaal was een loopgraaf geworden. Tweehonderd sterke triatleten vochten om te overleven en hij zwom met de gedachte om lekker te kunnen trainen? Hoe stom kon hij zijn? Dit was een wedstrijd “om het echie”.



zondag 13 april 2014

Klederdracht

You’re so vain,
you probably think this song is about you

Carly Simon (You're so vain)


Het was niet de eerste keer dat hij deze sportschool bezocht. In zijn studentenjaren kwam hij hier wekelijks. Na een hardlooptraining op de baan ging hij dan samen met studiekameraden bankdrukken. “Om de spanning wat op te voeren”, zeiden ze dan. En omdat dat niet genoeg was, gingen ze daarna ouwehoeren met medicineballen. “Voor de buikspiertjes”. Dat was lang geleden.

Nu tien jaar later stond hij weer in dezelfde ruimte. Het leek alsof hij nooit was weggeweest. Het was er nog net zo druk, de jongens waren nog net zo macho, de meisjes waren nog net zou knap en het rook er nog altijd hetzelfde. Zweet en schoonmaakmiddel. Een uitermate penetrante combinatie.

Het enige dat anders was, afgezien van de nieuwe fitnesstoestellen, was hij. Hij was ouder geworden, maar dat was het probleem niet. Door de vele triatlontrainingen na zijn studentenperiode was hij goed geconserveerd gebleven. En omdat hij net de tondeuse over zijn hoofd had gehaald, waren de grijze haren ook nauwelijks zichtbaar. Waarschijnlijk had niemand hem opgemerkt als hij gewoon een joggingbroek en een effen zwart hemd had gedragen. Maar dat had hij niet. Zijn klederdracht was atypisch en daarom keken de andere aanwezigen in de zaal hem meewarig aan. Alsof er een Marokkaan een PVV-bijeenkomst binnenliep.

Voor hem was zijn outfit niet meer dan normaal. Zijn lichtblauwe shirt, waarop stond dat hij de finish was gepasseerd tijdens de Ironman 70.3 van Rapperswil, viel op zich niet zo op. Zijn rode Skinfit-tight was, toegegeven, wat kwestieuzer. Met name omdat zijn edele delen ietwat geaccentueerd werden. Ook de zilverkleurige letters op zijn dij vielen op, maar dat alles viel in het niet bij de knalgele schoenen met een neonblauw Nike-logo. Door de onsamenhangende kleuren leek hij op een paradijsvogel, die alleen onder zeer bepaalde omstandigheden onopvallend zou zijn gebleven. Tijdens een Lady Gaga-concert en te midden van een groep triatleten.

Bij de Ironmans waar hij aanwezig was geweest, had hij ze wel gezien. Van die excentriekelingen die vanaf een aantal dagen voor de wedstrijd rondzwierven in de omgeving van het inschrijfbureau en expo. Hun huid getatoeëerd met tribale tekens en allerhande triatlonsymbolen en hun kleding als kerfstok. Dat wil zeggen: een broek van een bij voorkeur groot kampioenschap. Als het even kon gesponsord door Ford. Een shirt van een recent evenement. Ironman wel te verstaan. De onderbenen bedekt met compressiekousen, want je kunt immers nooit genoeg herstellen. En altijd neonkleurige schoenen. Als ijdele paradepaardjes liepen ze heen en weer om te kijken en bekeken te worden.

Hij was een aantal keren getuige geweest van deze catwalk en had zijn ogen uitgekeken als hij er weer eentje zag die zich probeerde te onderscheiden van de massa. Meestal vond hij het grappig. Soms een beetje pathetisch.

Maar nu stond hij daar tussen de studenten in zijn lichtblauwe-felrode-kanariegele-neonblauwe tenue. Zichzelf realiserend dat hij zich langzaam maar zeker had aangepast aan de triatlonmode. Hij was in de jaren langzaam veranderd in een triatlonlemming, die zich had geschikt aan de normen van de groep. Binnen de groep viel hij waarschijnlijk niet op. In deze sportschool wel.



maandag 17 februari 2014

Onvolmaakt in de polder




Look at this photograph
Every time I do it makes me laugh
How did our eyes get so red?
And what the hell is on Joey’s head

Nickelback (photograph)


Ik staar nu al zeker drie minuten naar de foto op de cover van de januari-editie van de Triathlon/Duathlon Sport. Ik vraag me af waarom de foto mij zo bezighoudt. Het is niet een bijzonder mooie foto. Tenminste, niet als ik de regels van de gulden snede toe zou passen. De verhouding van de witgrijze lucht tot de drie triatleten is als de verhouding tussen Boer Wim tot zijn recente Boer-Zoekt-Vrouw-verhouding. Enigszins buiten proportie. Waarom? Waarom had de fotograaf toch zijn lens in de portretstand? Was hij er even niet bij met zijn verstand? Was hij eigenlijk op zoek naar een zeldzame parkietsoort die afgelopen zomer in de omgeving van Almere is gespot? Ik zou het niet weten. Wat mij betreft had de oneindigheid van het vlakke polderland het verdiend om deelgenoot te zijn van deze foto.

Net op het moment dat ik de bladzijde wil omslaan, verlies ik mezelf nogmaals in de foto. Ik moet denken aan het thema dat theaterregisseur Johan Simons afgelopen zomer aanzwengelde tijdens zijn aflevering van Zomergasten. Hij behandelde de schoonheid van het ultieme onvolmaakte. “In het imperfecte vind je de menselijkheid”, zei hij. “Daardoor ga je je meer afvragen”.

Ik fantaseer over de portretstand van de foto als bewuste keuze van de fotograaf. Als keuze om de drie fietsers op deze foto hun verhaal te laten vertellen. Hun menselijkheid te tonen. Het verhaal van de ultieme schoonheid tijdens een onvolmaakte wedstrijd. Zoals elke hele triathlon door zijn lengte bijna per definitie alleen onvolmaakt volbracht kan worden.

Ik kijk naar de voorste fietser en naar zijn gedecideerde blik die hoort bij een inhaalrace. Hij is vastbesloten om de opgelopen achterstand tijdens zijn zwemonderdeel goed te maken. Als een bedachtzame jager splijt hij de tegenwind. Zijn streven naar een perfecte houding en tegelijkertijd zijn ietwat uitstekende druppelhelm en bidon maken hem mooi. Het bijna overstrekte linkerbeen maakt het beeld af.

Dan zijn minder aerodynamische achtervolger. Een master die mij op het verkeerde been zet. Hij laat mij gissen. Is hij ten prooi gevallen aan zijn voorganger? Of hangt hij er al een tijdje aan? Ik weet het niet. De schijn van het overtreden van de stayerregels past bij de onvolmaaktheid van de foto. Net als zijn blik, die mij doet denken aan een op achterstand binnengekomen coureur tijdens een voorjaarsklassieker.

Tenslotte kijk ik naar de achterblijver. De armen op de remgrepen verraden haar gemoedstoestand. De wind is haar tegenstander. Haar geest de aartsrivaal. Ze balanceert tussen wilskracht en berusting. Haar gedachten laten zich raden. Terugschakelen? Even op adem komen? Opgeven? En dan weer de gedachte dat opgeven geen optie is. Natuurlijk kiest ze voor het laatste. Zoals bijna elke triatleet dat doet tijdens zijn Huzarenstuk.

Nadat ik nogmaals alle tijdrijders een blik waardig heb gegund, kom ik tot de conclusie dat de portretstand van de foto een bewuste keuze moet zijn geweest. Net als de schijn die gewekt wordt dat de fietsers door het gras rijden. En net als de windmolen die voor mijn gevoel andersom had moeten staan. Het is een onvolmaakte foto. Net als de  verhalen van de triatleten die op die Septemberdag in Almere over de eindstreep zijn gelopen. De schoonheid van onze sport zit hem in het onvolmaakte. Dat bewijst deze foto maar al te goed.