zondag 13 april 2014

Klederdracht

You’re so vain,
you probably think this song is about you

Carly Simon (You're so vain)


Het was niet de eerste keer dat hij deze sportschool bezocht. In zijn studentenjaren kwam hij hier wekelijks. Na een hardlooptraining op de baan ging hij dan samen met studiekameraden bankdrukken. “Om de spanning wat op te voeren”, zeiden ze dan. En omdat dat niet genoeg was, gingen ze daarna ouwehoeren met medicineballen. “Voor de buikspiertjes”. Dat was lang geleden.

Nu tien jaar later stond hij weer in dezelfde ruimte. Het leek alsof hij nooit was weggeweest. Het was er nog net zo druk, de jongens waren nog net zo macho, de meisjes waren nog net zou knap en het rook er nog altijd hetzelfde. Zweet en schoonmaakmiddel. Een uitermate penetrante combinatie.

Het enige dat anders was, afgezien van de nieuwe fitnesstoestellen, was hij. Hij was ouder geworden, maar dat was het probleem niet. Door de vele triatlontrainingen na zijn studentenperiode was hij goed geconserveerd gebleven. En omdat hij net de tondeuse over zijn hoofd had gehaald, waren de grijze haren ook nauwelijks zichtbaar. Waarschijnlijk had niemand hem opgemerkt als hij gewoon een joggingbroek en een effen zwart hemd had gedragen. Maar dat had hij niet. Zijn klederdracht was atypisch en daarom keken de andere aanwezigen in de zaal hem meewarig aan. Alsof er een Marokkaan een PVV-bijeenkomst binnenliep.

Voor hem was zijn outfit niet meer dan normaal. Zijn lichtblauwe shirt, waarop stond dat hij de finish was gepasseerd tijdens de Ironman 70.3 van Rapperswil, viel op zich niet zo op. Zijn rode Skinfit-tight was, toegegeven, wat kwestieuzer. Met name omdat zijn edele delen ietwat geaccentueerd werden. Ook de zilverkleurige letters op zijn dij vielen op, maar dat alles viel in het niet bij de knalgele schoenen met een neonblauw Nike-logo. Door de onsamenhangende kleuren leek hij op een paradijsvogel, die alleen onder zeer bepaalde omstandigheden onopvallend zou zijn gebleven. Tijdens een Lady Gaga-concert en te midden van een groep triatleten.

Bij de Ironmans waar hij aanwezig was geweest, had hij ze wel gezien. Van die excentriekelingen die vanaf een aantal dagen voor de wedstrijd rondzwierven in de omgeving van het inschrijfbureau en expo. Hun huid getatoeëerd met tribale tekens en allerhande triatlonsymbolen en hun kleding als kerfstok. Dat wil zeggen: een broek van een bij voorkeur groot kampioenschap. Als het even kon gesponsord door Ford. Een shirt van een recent evenement. Ironman wel te verstaan. De onderbenen bedekt met compressiekousen, want je kunt immers nooit genoeg herstellen. En altijd neonkleurige schoenen. Als ijdele paradepaardjes liepen ze heen en weer om te kijken en bekeken te worden.

Hij was een aantal keren getuige geweest van deze catwalk en had zijn ogen uitgekeken als hij er weer eentje zag die zich probeerde te onderscheiden van de massa. Meestal vond hij het grappig. Soms een beetje pathetisch.

Maar nu stond hij daar tussen de studenten in zijn lichtblauwe-felrode-kanariegele-neonblauwe tenue. Zichzelf realiserend dat hij zich langzaam maar zeker had aangepast aan de triatlonmode. Hij was in de jaren langzaam veranderd in een triatlonlemming, die zich had geschikt aan de normen van de groep. Binnen de groep viel hij waarschijnlijk niet op. In deze sportschool wel.