Hé, er is geen bal op de tv
Alleen een film met Doris Day
En wat dacht je van net twee
Eine Wiener Operette
Nee!
Doe Maar (Doris Day)
Er was niets op de televisie.
Hij kon zappen wat hij wilde, maar volharding zou niet leiden tot betere
programma’s. Dat wist hij ook wel, maar tegen beter weten in bleef hij toch maar
zappen. Soms bleef hij even hangen bij een programma. Dan hoorde hij kok
Rudolph van 24 Kitchen zeggen dat hij het zo heerlijk vond om gepassioneerd
zijn gekonfijte worteltjes te verwennen. Of dan zei een meisje bij Holland’s
got Talent: “Ooh hoelahoepen is echt mijn passie.” Daarna keek hij een minuut
lang naar een waardeloze auditie om vervolgens weer verder te zappen.
Vaak negeerde hij alle onzin
die voorbij kwam. Maar elke keer als hij het woord passie hoorde dan zuchtte
hij even. Wat was er mis met het hebben van een hobby? Waarom moesten mensen
hun favoriete vrijetijdsbesteding duiden met een term die hartstocht, drift, of
het lijden van Jezus Christus betekent? Toen ook in het zoveelste
voetbalprogramma de passie gepreekt werd, zette hij de televisie uit. Ze konden
hem wat.
Hij had er vaak van gebaald
dat er nooit triatlon op tv was, maar nu zag hij dit als een zegen. Dan kunnen
ze in ieder geval het woord passie niet in de mond nemen, dacht hij. Hij moest
er smakelijk om lachen, want hij wist dat ze bestonden: gepassioneerde
triatleten. Hij had het namelijk wel eens in een triatlonblaadje gelezen. Ook
op Twitter zag hij wel eens uitlatingen voorbij komen. Hij probeerde zich voor te
stellen wat dat nu is: triatlonpassie.
Hoe driftig zou je op een
dinsdagochtend een before-breakfast-run kunnen doen? Of hoe hartstochtelijk is
het als een clubgenoot je op de voeten tikt tijdens een piramide-oefening op de
zwemtraining? Hij kon veel passende woorden bedenken die de lading konden dekken,
maar passie hoorde daar niet bij.
Als het ging om lijden, was
dat een ander verhaal. Honderdtachtig kilometer op je fiets in de
tijdrithouding is absoluut lijden. Dat wist hij maar al te goed. Om over de
daaropvolgende marathon maar te zwijgen. Maar om dan een metafoor als de passie
te gebruiken? Dat vond hij toch wel een beetje overdreven.
Nee, in de jaren dat hij nu
aan triatlon deed, had hij zichzelf nooit op passie betrapt. Hij had zonder
twijfel veel plezier tijdens de trainingen en hij genoot van de wedstrijden.
Maar passie had hij nooit gevoeld. Dat was volgens hem meer iets voor in de slaapkamer
of het tijdschriftenschap in de supermarkt.
Verveeld zette de jongen de
televisie weer aan. Er was nog steeds geen bal op. Ook geen triatlon. Dat vond
hij ontzettend jammer.