We can be heroes just for one day
David Bowie (Heroes)
Vanmiddag fietste ik in de buurt van Krewerd. Ik was via Garrelsweer naar Appingedam gefietst en onderweg naar Spijk en Roodeschool. Daarna zou ik weer richting Groningen fietsen. Ik fietste nabij Krewerd toen ik een blauw overhemd zag hangen aan een paal in een weiland. Zo te zien was het een vogelverschrikker of iets wat daarvoor moest doorgaan. Het overhemd zag er uit als nieuw. Het inspireerde. Ik wilde onmiddellijk een column schrijven. De titel zat al in mijn hoofd. De blouse van Krewerd. Op de één of andere manier klonk het spannend. Poëtisch zelfs.
Toen ik tien seconden later langs het bordje Krewerd fietste, was ik teleurgesteld. Ik zag het hemd niet meer en de zinnen die een ogenblik geleden tot mij kwamen, waren weg. Heel ver weg. Ik herinnerde me nog vaag een beeld van een hardwerkende boer die met tegenzin maar uit pure noodzaak één van zijn lievelingshemden opofferde om zijn oogst voor hem en zijn gezin veilig te stellen. Op de achtergrond zag ik een fietser. Een postbode met tegenwind die desondanks dertig aan het uur fietste. Gewoon, omdat hij dat altijd deed.
Maar verder ging het niet. Mijn gedachten waren als een leeg blad. Een blad uit een basisschoolschrift met witte pagina's en van die lichtblauwe lijnen die normaal gesproken niet opvallen. Maar nu wel, omdat er niks in het schrift stond. Ik gaf de ruwe en ijzige noordenwind de schuld die voor een ongemakkelijk gevoel zorgde wanneer ik mijn ogen samenkneep. De wind was kort daarna weer onschuldig. Het was in de afgelopen weken veel kouder geweest dus ik moest me niet aanstellen. Zo wordt het nooit wat, dacht ik. Ik nam genoegen met de titel van mijn column. De rest zou later wel komen.
Even na Krewerd kwam er een busje naast mij rijden. Het was een schoolbusje die jongens en meisjes van school naar huis bracht. Jongens en meisjes die met een busje naar school gaan, omdat het jongens en meisjes zijn die met een busje naar school moeten. Ik schaamde me een beetje toen ik een aantal van hen kon begluren door de half geblindeerde ramen. Ik schaamde me niet omdat ik ze kon begluren, maar omdat ik wel op een fiets zat en zij niet.
Pas toen een raam naar beneden schoof, begreep ik waarom het busje naast me bleef rijden. Een jongen van een jaar of tien stak zijn hoofd door het raam en zei iets tegen me. "Meneer, hoe hard gaat u?" Omdat ik al een tijdje zonder kilometerteller fiets had ik eigenlijk geen idee, maar ik besloot om een mooi afgerond getal als antwoord te geven. "Ik denk ongeveer dertig". De jongen begon te lachen. "Als ik later groot ben, word ik ook wielrenner. Dan ga ik ook dertig!" Trots ging de jongen weer op zijn stoel zitten. Hij had met een "wielrenner" gesproken en ik was heel even de verpersoonlijking van zijn ambitie. Heel even was ik zijn held. Terwijl het raam langzaam dicht ging, zag ik hoe de chauffeur goedkeurend naar de jongen knikte. Toen versnelde het busje.
De minuten erna fietste ik opnieuw gedachteloos door het Groninger land. Mijn hoofd was nog leger dan voor mijn ontmoeting met de jongen. Braakliggende weilanden, besneeuwde slootjes en plaatsnaambordjes trokken aan me voorbij als de aftiteling van een indrukwekkende film. Je ziet het wel, maar je registreert niets. Black-out. Pas toen ik bij Oosternieland werd opgeschrikt door het geblaat van een kudde schapen was ik me weer bewust van het feit dat ik op een fiets zat. Toen dacht ik aan de jongen die waarschijnlijk nooit wielrenner zou worden. Het was zijn schuld. Hij was verantwoordelijk voor mijn roes tussen Krewerd en Oosternieland. Hij was ook verantwoordelijk voor de inhoud van deze column. Een column over de "Blues van Krewerd".
Posts tonen met het label fietstraining. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fietstraining. Alle posts tonen
donderdag 14 maart 2013
De blouse van Krewerd
zondag 24 februari 2013
Gevoelstemperatuur
Derice: I can't believe you are still cold man.
Sanka: Cold? I am freezing my royal Rastafarian naynays off!
Cool Runnings
Deze ochtend staat een fietstraining op het programma. De GVAV fietstraining wel te verstaan. Nu mijn zelf gefabriceerde trainingsschema aangeeft dat ik het eind nader van de voorbereidingsfase (lees: de voorbereiding op het "echte" trainingsschema), mag ik van mezelf niet meer verzaken. Weer of geen weer. En dus hul ik mij, laagje voor laagje, in katoen, polyester en al het andere verwarmende materiaal dat zich maandenlang succesvol schuil heeft gehouden in mijn kledingkast.
Ik begin met een lange onderbroek. Volgens de reclamefolder van de Aldi is hij thermisch, maar daar heb ik nog nooit wat van gemerkt. Dan een thermohemd met lange mouwen. Die is van Craft en wel degelijk werkzaam. Om mijn voeten draag ik een paar Hema-hardloopsokken. De eerste laag is daarmee een feit. Op naar laag twee. Ik hijs mezelf in mijn winter-fietsbroek die, normaal gesproken, een lokaal broeikaseffect garandeert. Dan een hardloopshirt met lange mouwen en een paar normale dunne herensokken. Laag drie bestaat uit een gevoerde windstopper en daarover (laag vier) draag ik een wielershirt met lange mouwen.
Als een kruising tussen een Michelinmannetje en een wielertoerist verlaat ik de slaapkamer. Op naar de extra voorzorgsmaatregelen. Te weten: overschoenen voor over mijn fietsschoenen, een muts voor onder mijn helm en handschoenen. Om niks aan het toeval over te laten smeer ik, tot slot, mijn gezicht in met vaseline.
U zult misschien denken dat ik overdrijf, maar het tegendeel is waar. Als het vriest neem ik geen halve maatregelen. Het winterweer en ik zijn, op zijn zachtst gezegd, niet de beste vrienden. Dat ligt niet aan mij. Dat ligt aan het weer. Daar waar ik altijd mijn beste beentje voor zet en telkens met frisse tegenzin het winterweer tegemoet treed, reageert het weer altijd koeltjes. Kil zelfs. Een gure gevoelloze heks is het die, als het even kan mij net zo gevoelloos maakt. Maar dan letterlijk. Vandaag maakt ze geen kans hoop ik, maar ik vrees het ergste.
Als ik bijna klaar ben om te vertrekken, komt mijn vriendin thuis van de zwemtraining. "Zo'n hele triatlon maakt wel wat los", zegt ze. "Dat een halve Surinamer met dit weer vrijwillig twee uur op de fiets gaat zitten." Ze heeft gelijk, denk ik, als ik even later op de fiets zit. Ik ben gemaakt voor meer tropische temperaturen. Temperaturen die goed voelen en wanneer de wind wel "chill" is.
Twee uur en drie kwartier later ben ik weer thuis. Geheel gevoelloos, maar ik heb niet verzaakt.
zaterdag 29 september 2012
Tacxen in de tuin
"I love it when a plan comes together"
John "Hannibal" Smith (A-team)
Dinsdag is het papadag en dus zorgt papa voor Enora. Echter, dinsdag is ook fietstrainingdag. In de zomermaanden geeft dat geen problemen, want dan wacht papa tot mama thuis is en gaat papa naar de GVAV fietstraining. Maar sinds vorige week is het te vroeg donker om in de avonduren te gaan fietsen. Dus papa is aangewezen op de Tacx.
Voor de mensen die niet weten wat een Tacx is. Een Tacx is een apparaat waar je je racefiets in kan plaatsen en dat voorzien is van een vliegwiel, zodat je kan trappen zonder vooruit te komen. Een hometrainer dus. Andere omschrijvingen die voor mij van toepassing zijn is dat de Tacx een martelwerktuig is en de laatste paar jaar goed heeft gefungeerd als schuuropvulling (ik heb hem al vier jaar, maar gebruik hem zelden). Maar goed, terug naar papadag.
Deze dinsdag was het mooi weer en daarom dacht papa dat het wel een goed idee zou zijn om de Tacx in de tuin te zetten. Met ons tuintje op het zuiden, in de zon en nauwelijks wind kon papa lekker gaan trainen. Zogezegd, zogedaan, denk je, maar dan is er natuurlijk nog diegene die papa aan de tuin gekluisterd houdt. Enora wil (en verdient) aandacht!
Maar papa had een plan. Als Enora haar middagslaapje zou doen, dan zou papa precies twee uur de tijd hebben om te tacxen en dat zou precies genoeg zijn om de voorgeschreven intervaltraining af te kunnen werken. Dus toen de lunch achter de kiezen zat en Enora duidelijk maakte dat het de hoogste tijd was, kon papa in actie komen. Hier een kort verslag hoe papa zijn plan uitvoerde:
Enora naar bed. Omkleden. Tacx klaarzetten; die staat natuurlijk achterin de schuur in een hoek achter alle andere rotzooi dus het klaarzetten duurt veel te lang. Fiets uit de schuur, snelsluiter van het achterwiel verwisselen, want anders past de fiets niet in de Tacx. Juiste snelsluiter zoeken. Deze zoektocht duurt natuurlijk ook veel te lang, want ik heb die verdomde Tacx al anderhalf jaar niet gebruikt. Snelsluiter gevonden, snelsluiter verwisselen. Smeer in je handen, handen wassen, en de training kan beginnen. Op de fiets stappen en er weer af, want bidon vergeten. Terug naar binnen, bidon vullen en weer op de fiets. Een paar trappen fietsen en weer afstappen, want horloge vergeten en die is echt nodig tijdens een intervaltraining. Terug naar binnen, horloge zoeken. Horloge gevonden en poging nummer drie. Ja hoor, we kunnen beginnen. Vijf minuten fietsen. Shit, babyfoon ligt nog binnen. Weer van de fiets, weer naar binnen, en weer op de fiets. Poging vier dan maar.
Papa is los!
John "Hannibal" Smith (A-team)
Dinsdag is het papadag en dus zorgt papa voor Enora. Echter, dinsdag is ook fietstrainingdag. In de zomermaanden geeft dat geen problemen, want dan wacht papa tot mama thuis is en gaat papa naar de GVAV fietstraining. Maar sinds vorige week is het te vroeg donker om in de avonduren te gaan fietsen. Dus papa is aangewezen op de Tacx.
Voor de mensen die niet weten wat een Tacx is. Een Tacx is een apparaat waar je je racefiets in kan plaatsen en dat voorzien is van een vliegwiel, zodat je kan trappen zonder vooruit te komen. Een hometrainer dus. Andere omschrijvingen die voor mij van toepassing zijn is dat de Tacx een martelwerktuig is en de laatste paar jaar goed heeft gefungeerd als schuuropvulling (ik heb hem al vier jaar, maar gebruik hem zelden). Maar goed, terug naar papadag.
Deze dinsdag was het mooi weer en daarom dacht papa dat het wel een goed idee zou zijn om de Tacx in de tuin te zetten. Met ons tuintje op het zuiden, in de zon en nauwelijks wind kon papa lekker gaan trainen. Zogezegd, zogedaan, denk je, maar dan is er natuurlijk nog diegene die papa aan de tuin gekluisterd houdt. Enora wil (en verdient) aandacht!
Maar papa had een plan. Als Enora haar middagslaapje zou doen, dan zou papa precies twee uur de tijd hebben om te tacxen en dat zou precies genoeg zijn om de voorgeschreven intervaltraining af te kunnen werken. Dus toen de lunch achter de kiezen zat en Enora duidelijk maakte dat het de hoogste tijd was, kon papa in actie komen. Hier een kort verslag hoe papa zijn plan uitvoerde:
Enora naar bed. Omkleden. Tacx klaarzetten; die staat natuurlijk achterin de schuur in een hoek achter alle andere rotzooi dus het klaarzetten duurt veel te lang. Fiets uit de schuur, snelsluiter van het achterwiel verwisselen, want anders past de fiets niet in de Tacx. Juiste snelsluiter zoeken. Deze zoektocht duurt natuurlijk ook veel te lang, want ik heb die verdomde Tacx al anderhalf jaar niet gebruikt. Snelsluiter gevonden, snelsluiter verwisselen. Smeer in je handen, handen wassen, en de training kan beginnen. Op de fiets stappen en er weer af, want bidon vergeten. Terug naar binnen, bidon vullen en weer op de fiets. Een paar trappen fietsen en weer afstappen, want horloge vergeten en die is echt nodig tijdens een intervaltraining. Terug naar binnen, horloge zoeken. Horloge gevonden en poging nummer drie. Ja hoor, we kunnen beginnen. Vijf minuten fietsen. Shit, babyfoon ligt nog binnen. Weer van de fiets, weer naar binnen, en weer op de fiets. Poging vier dan maar.
Papa is los!
woensdag 18 juli 2012
Waterdicht
Wat wilde je bereiken stomme zak,
met je bek vol in de wind
met het water in je bilnaad
lekker glijden door het grind.
Je ziet geen snars meer door de regen,
zonder wissers op je bril.
en maar twintig op je teller
is dit echt nu wat je wilt?
Je had toch keelpijn domme klojo
en nog werk op je bureau
Waarom toch nu op je zadel
lekker fietsen voor de show?
Waarom ben je niet thuis gebleven
voor de koers die je bemint
een kop koffie en een koekje
en Voeckler die prachtig wint.
donderdag 5 juli 2012
Van de fiets gevallen
Toen ik vanochtend onder de douche vandaan kwam dacht ik aan de Japanse schrijver Haruki Murakami. Om precies te zijn dacht ik aan het boek: "What I talk about, when I talk about running". Een heel aardig boekje dat, in tegenstelling tot de meeste Murakami's, niet zo zwaar op de maag ligt.
In het boek doet Murakami verslag van zijn leven als schrijver, ultraloper en triatleet. Hij beschrijft uitvoerig zijn passie voor duursport. Haast op een religieuze manier. Hij schrijft over hoe hij zijn werk combineert met zijn hobby en waar hij aan denkt tijdens een training of een wedstrijd. Eigenlijk is het boek zijn autobiografie, maar dan op een hele originele manier.
Wie Murakami's boeken heeft gelezen, weet dat hij een meester is in het schrijven over alles wat zwartgallig is. In "What I talk about" demonstreert hij dat wanneer hij schrijft over pijn. Fysieke pijn, als gevolg van een chronische kuitblessure, en mentale pijn, bijvoorbeeld tijdens de laatste tien kilometer van een honderd-kilometer-wedstrijd. Hoewel de pijn in zo'n geval waarschijnlijk beter gecategoriseerd kan worden onder het kopje: algehele pijn.
In het boek doet Murakami verslag van zijn leven als schrijver, ultraloper en triatleet. Hij beschrijft uitvoerig zijn passie voor duursport. Haast op een religieuze manier. Hij schrijft over hoe hij zijn werk combineert met zijn hobby en waar hij aan denkt tijdens een training of een wedstrijd. Eigenlijk is het boek zijn autobiografie, maar dan op een hele originele manier.
Wie Murakami's boeken heeft gelezen, weet dat hij een meester is in het schrijven over alles wat zwartgallig is. In "What I talk about" demonstreert hij dat wanneer hij schrijft over pijn. Fysieke pijn, als gevolg van een chronische kuitblessure, en mentale pijn, bijvoorbeeld tijdens de laatste tien kilometer van een honderd-kilometer-wedstrijd. Hoewel de pijn in zo'n geval waarschijnlijk beter gecategoriseerd kan worden onder het kopje: algehele pijn.
De reden dat ik dacht aan Murakami ligt in het feit dat ik eergisteren twee keer van mijn fiets ben gevallen. Of beter gezegd, ik ben twee keer aangereden (door een andere fietser) waardoor ik van mijn fiets ben gevallen. En dat doet pijn. Pijn in mijn rechterknie, pijn in mijn rechterkuit en pijn in mijn linkerschouder.
Een beetje triatlon columnist, c.q. blogger, moet dergelijke pech natuurlijk in een column verwerken. Echter, elke metafoor die ik verzin over pijn kan niet tippen aan de klasse van Murakami. Ten opzichte van hem ben ik een absolute beginner. Een niemand. Als hij Mark Cavendish is, ben ik Kenny van Hummel, of beter, de dorpsgek die per ongeluk meedoet aan een kermiskoers. Mijn beschrijving van pijn zoek ik daarom dit keer in de eenvoud: AU!
Een beetje triatlon columnist, c.q. blogger, moet dergelijke pech natuurlijk in een column verwerken. Echter, elke metafoor die ik verzin over pijn kan niet tippen aan de klasse van Murakami. Ten opzichte van hem ben ik een absolute beginner. Een niemand. Als hij Mark Cavendish is, ben ik Kenny van Hummel, of beter, de dorpsgek die per ongeluk meedoet aan een kermiskoers. Mijn beschrijving van pijn zoek ik daarom dit keer in de eenvoud: AU!
Labels:
fietstraining,
GVAV,
Kenny van Hummel,
Mark Cavendish,
Murakami,
pijn,
val
maandag 25 juni 2012
Ambities
Zojuist wilde ik gaan fietsen. Ik had mijn fietskleding al aangetrokken, de bidons gevuld en ging op zoek naar mijn fietsschoenen. Een paar oude Shimano's die ik gebruik als ik met slecht weer op pad ga. De schoenen waren nog gevuld met oude kranten die de regendruppels van de vorige training volledig geabsobeerd hadden. Een nostalgische geur kwam omhoog. De Shimano's roken naar mijn eerste paar voetbalschoenen. Zwarte leren schoenen van het merk Puma, model Frank Rijkaard. Ik was erg trots op mijn Puma's. Ik voetbalde de hele dag op ze. Als ik klaar was met spelen, poetste ik ze in de schuur van mijn ouderlijk huis. Als ze schoon waren, plaatste ik ze naast de kattenbak, of in ieder geval dichtbij de achterdeur. Zo wist ik zeker dat ik ze snel kon vinden als mijn vriendjes aan de deur kwamen om een partijtje te spelen. Soms vergat ik ze te poetsen, of had ik er gewoon geen zin in. Dan kregen ze een bijzondere geur. Zoals mijn fietsschoenen nu roken. Terwijl ik de kranten uit mijn fietsschoenen haalde, had ik weer even de ambities van de zevenjarige die ik ooit was. Ik zou net zo goed worden als Frank Rijkaard of misschien wel beter. Dat is niet gelukt. Nu heb ik andere ambities. Ik heb me een paar dagen geleden ingeschreven voor Ironman Frankfurt op 7 juli 2013. Ironman betekent 3.8km zwemmen, 180km fietsen en 42.2km hardlopen. Dat is ver. Heel ver. Ik heb het al eens gedaan, maar nu moet het sneller. En daarom moet er getraind worden. Ik trok mijn schoenen aan bij de achterdeur en haalde mijn fiets uit de schuur. Op het moment dat ik weg wilde fietsen, begon het hard te regenen. Nu, tien minuten later, ben ik deze blog gestart.
Abonneren op:
Posts (Atom)