Ik blik terug op mijn gedachten:
- "Waarom is de voorbereiding alleen bij mij een chaos?"
- "Het is warmer dan ik dacht"
De zon schijnt fel, er is weinig wind, we zijn op weg naar de start van het zwemonderdeel.
- "Laatste rij, ter hoogte van het einde van de tent"
Ik probeer te onthouden waar mijn fiets staat in de wisselzone.
- "Laat ze maar voor gaan"
Bij de zwemstart is het erg druk.
- "Let op die benen"
Er zwemt iemand (volgens mij is het clubgenoot Janet) vlak voor me op hetzelfde tempo. Als ik aan kan haken bespaar ik energie.
- "Onder water is het stil"
Geen idee, waarom ik dit dacht. Het gebeurt wel vaker dat ik even mijn aandacht kwijt ben.
- "We gaan beginnen"
Ik kom het water uit. Mijn slechtste onderdeel zit erop. Op naar de fiets! Overigens heb ik deze gedachte altijd als het zwemonderdeel klaar is.
- "Hoezo, mijn benen willen niet?"
Ik schrik als mijn benen niet heel fris voelen bij aanvang van het fietsen. Ik geef mezelf 3km de tijd om goed te eten en te drinken, daarna zien we wel verder.
- "Ok, gas!"
Mijn plan heeft gewerkt. Langzaam aan loopt de kilometerteller op van 35 tot 40.
- "sh*t, verkeerde versnelling"
Ik schakel naar de verkeerde versnelling aan de voet van de Holterberg. Ik ga nog maar 12km per uur. Ik sta geparkeerd. Belangrijke les voor de tweede ronde!
- "Clubgenoot op 500 meter"
Er zit een keerpunt in het fietsparkoers. Clubgenoot Edwin is al op de weg terug.
- "Huh, wat doet hij achter mij?"
Clubgenoot Anton zit vlak achter mij. Dat had ik niet verwacht.
- "Ah, daar zijn ze!"
Mijn supporters op de Holterberg!
- "Tweede ronde, nu knallen"
Het tweede en laatste fietsrondje begint. Ik ken de klimmetjes, de afdalingen en de bochten nu. Ik heb goede benen en durf meer risico te nemen.
- "Nu al?"
Ik haal Edwin in tijdens het fietsen. Dat had ik niet verwacht. Als ik hem al inhaal dan gebeurt dat altijd tijdens het lopen.
- "Keerpunt, balans opmaken"
Ok, Edwin op 20 meter. Anton nog steeds op 100 meter.
- "Kom op, nog 1x"
Nog 1x de Holterberg op. Nog 1x volle bak omhoog. Voor de eerste keer uit het zadel!
- "Ik moet hier toch ergens naar links?"
Ik ben in de war. In de eerste ronde zag ik duidelijk een afslag naar links voor de fietsers die moeten lopen. Even later is de afslag naar links daar.
- "Nog 50 meter?"
tot aan de ingang van de wisselzone. Snel mijn schoenen uit. Richard, dit had je moeten verkennen!
- "Ok, lopen, rustig aan"
De vorige twee wedstrijden begon ik als een dolle aan het looponderdeel. Vandaag trap ik niet weer in die val.
- "Yes, de benen doen het"
Ik ben opgelucht als ik merk dat ik geen hinder ondervind van mijn twee aanrijdingen van afgelopen dinsdag.
- "Gaatje, 60 meter"
Er zit een keerpunt in het loopparkoers. Anton zit op 60 meter. Hij is een goede loper. Ik vandaag ook?
- "sh*t, steentje in mijn schoen"
Ah nee, dat meen je niet. Doorlopen? Stoppen en steentje verwijderen? Doorlopen!
- "Water!"
Het is heet. Ik heb dorst.
- "Spons"
Het is heet. Ik wil verkoeling.
- "Nog meer sponzen!"
Het blijft heet en voor mijn gevoel wordt het steeds heter!
- "Dat was ronde 1"
One down, three to go. Ik loop lekker. Het gaat niet superhard, maar lekker.
- "Gaatje, waar is Anton?
Bij het keerpunt zie ik Anton niet meer. Yes, ik heb hem gelost.
- "Water, spons, nog meer sponzen, dat was ronde 2"
Ronde twee is altijd een saaie ronde en is vergelijkbaar met ronde 1.
- "Wat een idioot!"
Ik haal een jongen in, die op dat moment wil "high-fiven" met zijn vrienden. Hij wordt boos, omdat ik naar zijn mening in de weg loop. Daarna probeert hij mij onderuit te halen en dreigt hij mij in elkaar te slaan. Ik moet volgens hem "normaal" doen. Ik voel me niet aangesproken en loop door. In gedachten wens ik hem verder een gelukkig en normaal leven.
- "Hij is kapotter dan ik"
Ronde 3 is traditioneel de zwaarste ronde. Ik haal her en der langzamere deelnemers een ronde in. Ondertussen doe ik aan taalvernieuwing.
- "Nog 1 ronde"
Laatste rondje. Eens kijken of ik nog wat plaatsjes in de wedstrijd op kan schuiven.
- "Zitten die lui in dezelfde ronde?"
Ik zie andere lopers die behoorlijk doorlopen. Toch haal ik ze in. Ik vraag me af of ik ze echt inhaal of dat ze een ronde achterlopen.
- "Er is ook water bij de finish"
Ik zie nog één loper voor me die ik wil inhalen. Ik besluit om de laatste waterpost over te slaan. Even later ben ik er voorbij.
- "Ah, eindelijk"
Eindelijk zie ik Elvira en Enora langs de kant staan. Opluchting.
- "Dit is waar ik hoor, denk ik"
Ik zie geen "concurrenten" meer voor mij en ook niet meer achter mij. Dit is mijn plek. Een eindsprint is niet noodzakelijk.
- "Wat wil je nog meer?"
Na de wedstrijd zijn we met zijn drieën gaan eten bij een restaurant op de Holterberg. Op het terras in de zon hebben we gekeken naar de recreatieve series van de triatlon. Biertje erbij...
- Voor de statistieken
Op de terugweg in de auto zie ik dat ik 19e ben geworden van de 223 deelnemers. Ik had de 71e zwemtijd, de 32e fietstijd en de 11e looptijd. Hoewel, als je goed in de uitslag kijkt, zie je dat het de 9e looptijd is. Enfin... voor de statistieken dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten