Als ik aanstaande zaterdag de laatste keer over de top van
de Holterberg ga, dan weet ik dat absolute extase nabij is. Ik schakel op naar
de 13, misschien wel naar de 11. Als een slechtvalk, die een onoplettende muis
heeft gespot, stort ik mij de diepte in. Bijna beneden moet ik goed opletten in
die flauwe bocht naar rechts. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik mijn
snelheid hier onderschat. Wanneer ik beneden ben even terugschakelen en dan vol
in de remmen. Linksaf het dorp in.
Als ik fris ben, schakel ik nog een keer een tandje bij. Nog
één keer de veertig per uur aanraken. Tot aan de rotonde. Die neem ik driekwart
de winkelstraat in. De laatste tweehonderd meter trek ik het klittenband van
mijn fietsschoenen los en haal gedecideerd mijn voeten uit de schoenen. Op
blote voeten fiets ik de laatste vijftig meter naar wisselzone twee.
Dan begint het. De houten balk die de grens van de
wisselzone markeert is als de opening van de tunnel naar de hemelpoort. Even
verbaas ik mij over de afwezigheid van wit licht. De wisselzone is blauw. Blauw
van het tapijt dat neergelegd is om de internationale allure van deze triatlon
kracht bij te zetten. Als ik van mijn fiets spring, voel ik dat de bal van mijn
voet het alom aanwezige tapijt raakt. De eerste stappen voelen aan als het springen op een
luchtkussen. Je denkt dat je meters opveert maar in werkelijkheid gebeurt er
vrij weinig. Dan lopen de benen vol met melkzuur. Echter, door de wetenschap
van datgene wat komen gaat, voel ik er niets van. Snel de fiets inwisselen voor
loopschoenen. De laag talkpoeder op de inlegzool en de hak van mijn schoenen fungeert
als glijmiddel, waardoor er geen tijd verloren gaat. Ik glij in mijn schoenen
en in een vloeiende beweging doe ik mijn helm af. Terwijl ik het parc fermé doorkruis,
draai ik mijn startnummerband om, zodat mijn startnummer zichtbaar wordt
voor de aanwezige juryleden. Op naar het paradijs.
Het publiek dat zich aan weerszijden van het tapijt achter
de dranghekken heeft geposteerd is de bewaker van de hemelpoort. Er zijn louter
goedkeurende blikken. Er is applaus en hier een daar een aanmoediging. Sint
Petrus laat een ieder door die het zwemmen en fietsen succesvol heeft afgerond.
Terwijl ik mijn kruissnelheid bereik, komt het einde van de wisselzone in zicht.
De hemelpoort gaat open. Ik ga het dorpscentrum in. Dan is er euforie en verrukking.
Ik ruik bier, patat en hamburgers. Het is weer feest in Holten. Dit worden tien
hele snelle kilometers.