woensdag 25 juli 2012

Wedstrijdverslag Antwerpen 70.3

"Het leven is wat je gebeurd, terwijl je andere plannen maakt."

Acda en de Munnik (Laat me slapen)


Daar zit je dan, vier dagen voor je seizoenshoogtepunt. Je bent moe, je hebt spierpijn, keelpijn en voelt je lamlendig. Omdat je al vijf dagen niet hebt gefietst, vertel je jezelf dat je toch echt even moet fietsen vandaag. Het regent en je fietst als een natte krant. Als het droog was geweest, dan had je toch als een natte krant gefietst. Uit frustratie schrijf je een gedicht als je thuiskomt (zie vorige blog).

Daar zit je dan, drie dagen voor je seizoenshoogtepunt. Je voelt je redelijk fit en besluit om een uurtje te gaan lopen. Je loopt lekker zolang je vijf minuten over een kilometer doet. Je doet daarom vijf minuten over een kilometer.

Daar zit je dan, twee dagen voor je seizoenshoogtepunt. Je voelt je goed en hebt oprecht zin in de wedstrijd. Je moet je fiets nog schoonmaken en schiet in de stress als je ontdekt dat je banden beschadigd zijn. Voordat je naar Antwerpen vertrekt, ga je snel langs de fietsenmaker. Daar laat je vervolgens je portemonnee liggen, hetgeen je natuurlijk pas ontdekt als je vlakbij Breda bent. 's Avonds word je snotverkouden.

Daar zit je dan, een dag voor je seizoenshoogtepunt. Soms voel je je kiplekker, soms nies je een kwartier lang. Je kop zit vol met snot en je probeert de moed erin te houden. Antwerpen is bevolkt met triatleten, die zichzelf verraden door hun Ironmankledij, Newtonschoenen en compressiekousen. Daar kun je hartelijk om lachen. Bij het avondeten heb je het gevoel dat je koorts hebt, maar dat kan ook komen door de steenoven die midden in de pizzeria staat. Om jezelf een goede en rustige nacht te bezorgen trakteer je jezelf op rode wijn en Irish coffee.

Daar zit je dan, de ochtend van je seizoenshoogtepunt. Je voelt je wel ok, maar daar is alles mee gezegd. Je neemt de enige pijnstiller die je bij je hebt (lees: die je vriendin toevallig nog in een zijvak van haar reistas vindt). Je bent zenuwachtig, maar dat ben je wel vaker voor een wedstrijd. Je denkt dat je ruim op tijd bent, maar dat denk je wel vaker voor een wedstrijd.

Daar sta je dan. Je bent onderweg naar de start en je zit samen met vijftig andere triatleten vast in een lift. Cynisch maak je grapjes dat vanzelf de zuurstof op is. Een kwartier later word je bevrijd.

Daar ben je dan. Je komt aan bij de Ironman 70.3 Antwerpen en in het voorbijgaan zie je Marc Herremans. Zesde bij het WK op Hawai in 2001. Verlamd geraakt in 2002. Teruggekeerd als paratriatleet en wereldkampioen geworden in 2006. Wat een held (zie ook de clip)!



Daar sta je dan. Door een erg lange rij bij de wc ben je uiteindelijk toch weer te laat. Je wordt de wisselzone uitgestuurd en gaat richting startvak. Je bent ineens tot op het bot gemotiveerd. Wellicht tegen beter weten in.

Daar zwem je dan. Het gaat beroerd. Je zwemt tussen prutsers net als jij en om de paar slagen word je gedwongen om een schoolslag te doen. Als Alberto Tomba slalom je naar de eerste boei. Niet omdat het slalommen zin heeft, maar omdat je als Stevie Wonder aan het navigeren bent. Na de eerste boei lukt het ineens wel. Je navigeert beter en zwemt beter. Je vindt het juiste stel benen om in te zwemmen (triatlonjargon) en bent ineens vergeten dat je je niet goed voelde. Na 32 minuten kom je uit het water.

Daar fiets je dan. Je wilt graag 35km/u en je gaat de eerste 80km 35.2km/u! Dan krijg je last van je rug en word je misselijk. Vlak voor de tweede wissel zie je dat je gemiddelde precies 35km/u is (2 uur en 33 minuten).

Daar loop je dan. Je weet dat dit jouw onderdeel is en je hebt jezelf een tijd onder de 1 uur en 30 minuten beloofd. Het eerste uur ben je nog steeds misselijk, maar nu heb je ook nog eens het gevoel dat je elk moment kramp kan krijgen. Je bent voor je gevoel aan het joggen. Toch haal je mensen in. Heel veel mensen. Na een uur word je wakker. Je krijgt oog voor de duizenden mensen die langs het parkoers staan. Je benen doen het weer. Je versnelt. Je versnelt nog een keer. Je ziet af, maar hebt veel plezier. Je loopt de halve marathon toch nog in 1 uur en 33minuten.

Daar finish je dan. Na 4 uur en 43 minuten ga je met een brede grijns over de eindstreep en word je onthaald door Marc Herremans, die helaas net even met wat anders bezig als je je medaille in ontvangst neemt. Je bent supertevreden. Je komt tot de conclusie dat dit een fantastische wedstrijd was en hebt nu al zin in het volgende seizoen.

Op naar Frankfurt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten